Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [37]de roerdomp en de nachtuil zullen het erfelijk bezitten, en de schuifuit, en de raaf zal daarin wonen; want [38]Hij [39]zal een richtsnoer der woestigheid over hen trekken, en [40]een richtlood der ledigheid. 37. De zin is: Hun land zal in den grond zo verwoest en verdorven worden, dat er niets dan wilde en verschrikkelijke dieren in wonen zullen. Zie hfdst.14 vs.23, alwaar van deze en dergelijke ondieren ook gesproken wordt, gelijk ook Lev.11:17. 38. Te weten de Heere. 39. Dat is, Hij zal hen meten om te verderven. Zie 2 Kon.21:13, en de aantekening aldaar. 40. Hebreeuws, stenen der ledigheid; dat is een meetsnoer waar een steen aan hangt; Zach.4:10 staat, een steen des tins; dat is, een meetsnoer waar een tinnen gewicht aan hangt; en een richtlood der woestheid, of der ledigheid; dat is, tot een teken dat zij ledig en woest zullen gemaakt worden.